Veel te laat heb ik jou lief gekregen,
schoonheid wat ben je oud, wat ben je nieuw.
Veel te laat heb ik jou lief gekregen.
Binnen mij was je, ik was buiten
en ik zocht jou als een ziende blinde buiten mij,
en uitgestort als water liep ik van jou weg
en liep verloren tussen zoveel schoonheid die niet jij is.
Veel te laat heb ik jou lief gekregen.
binnen mij was je, ik was buiten.
Toen heb jij geroepen en geschreeuwd,
door mijn doofheid ben jij heen gebroken.
Oogverblindend ben jij, opgedaagd
om mijn blindheid op de vlucht te jagen.
Geuren deed jij en ik haalde adem,
nog snak ik naar adem en naar jou.
Proeven deed ik jou en sindsdien
dorst ik, honger ik naar jou.
Mij lichtgeraakte, heb jij doen ontbranden.
En nu brand ik lichterlaaie om vrede.
Vrede, vrede om wie ik ben.
Een lied voor mij